Het is maart. En niet alleen komt de lente eraan en gaat de klok weer een uurtje vooruit, maar wat het voor mij vooral betekent: de aangifte voor de inkomstenbelasting is kan (of beter gezegd: moet) weer gedaan worden! Tot 1 mei heb je de tijd om aangifte over 2020 te doen. Voor veel ondernemers niet het allerleukste klusje, maar wél heel belangrijk. In deze blog leg ik uit van welke aftrekposten je als ondernemer gebruik kunt maken bij de aangifte.
Als je weet welke aftrekposten je mag gebruiken, kun je de winst zo laag mogelijk houden én dus minder belasting betalen. Dat willen we allemaal wel toch? Als je zelf aangifte doet is het natuurlijk heel belangrijk om alle aftrekposten te kennen. Maar óók als je de aangifte hebt uitbesteed aan een boekhouder wil je dit weten. Het is belangrijk op de hoogte te zijn van hoe het systeem werkt, want daarmee ben je echt on top of your finances.
Aftrekposten belasting ondernemers
We beginnen met de basics. De aftrekposten die ik noem gelden voor een zelfstandig ondernemer met een eenmanszaak. Als je bijvoorbeeld een bv hebt, werkt de aangifte anders. Daarnaast is het belangrijk dat de Belastingdienst jou als ondernemer ziet. Nu denk je misschien: maar ik ben toch ingeschreven bij de Kamer van Koophandel? Zo werkt het helaas niet. Voor de Belastingdienst is die inschrijving geen reden om je tot de ondernemers te rekenen.
Wanneer dan wel? Als voldoet aan het zogenaamde urencriterium: je moet minimaal 1225 uren per jaar in je bedrijf werken. Ook mag je aan andere werkzaamheden (bijvoorbeeld een baan in loondienst) niet méér tijd besteden dan aan je bedrijf. Als jij een parttimebaan hebt van 24 uur in de week, moet je minstens 25 uur aan je bedrijf besteden. Let op: je moet deze 1225 gewerkte uren kunnen verantwoorden.
Coronacrisis belastingaangifte
Door de coronacrisis werkt het urencriterium in 2020 en 2021 anders. De Belastingdienst heeft besloten soepeler om te gaan met deze uren, omdat veel bedrijven stil kwamen te liggen in coronatijd. Je mag er in 2020 van uitgaan dat je van 1 maart tot 1 oktober 24 uur per week in je bedrijf hebt gewerkt, ook al is dat niet daadwerkelijk zo. Je komt daarmee rond de 732 uur uit in zeven maanden. Dat betekent dat je in overige vijf maanden nog ongeveer 500 uur moet kunnen verantwoorden. Als dat je lukt, ben je in 2020 ondernemer voor de Belastingdienst en mag je van de aftrekposten gebruikmaken. Ook voor 2021 is het urencriterium al versoepeld: van 1 januari tot 1 juli mag je 24 uur per week rekenen, ook al werk je die niet in je bedrijf.
Als je aan dit urencriterium voldoet, mag je gebruikmaken van bepaalde aftrekposten binnen de belastingwet. Voor de belastingaangifte pak je allereerst de omzet. Daar trek je de kosten vanaf en zo houd je een bepaald bedrag winst over. Over deze winst moet je belasting betalen. Normaal gesproken wil je natuurlijk zo hoog mogelijke winst, want dat tikt lekker aan in de portemonnee. Maar voor de Belastingdienst wil je een zo laag mogelijke winst, want dan hoef je minder belasting te betalen én houd je dus meer over. Je kunt met bepaalde aftrekposten je winst naar beneden halen. Dit zijn de belangrijkste:
- Ondernemersaftrek
De ondernemersaftrek bestaat uit twee posten: de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek.
- Zelfstandigenaftrek: In 2020 is dit een bedrag van 7030 euro dat je van de winst mag aftrekken. Dit is een standaardbedrag omdat je ondernemer bent en daar hoef je niks voor te doen. Zie het als een cadeautje!
- Startersaftrek: In 2020 is dit bedrag 2123 euro. Dit bedrag mag je aftrekken van de winst in de eerste vijf jaar dat je ondernemer bent. Let op: dit mag maximaal drie keer. Je kunt dit in de eerste drie jaar van je onderneming meteen aftrekken, maar ook in de laatste drie jaar en alles daartussenin. Je mag er een beetje mee spelen en dat kan slim zijn. Misschien maak je in het eerste jaar van je onderneming bijvoorbeeld niet zoveel winst en betaal je sowieso al weinig belasting. Het zou zonde zijn als je die 2123 euro dan ‘verspeelt’. Maar misschien zit je juist in een situatie waarin je denkt: alle beetjes helpen. Dan kun je het wel in het eerste jaar gebruiken. Trek dit bedrag in ieder geval niet standaard af, maar overleg met je boekhouder welke moment het handigst is om deze aftrek in te zetten.
- Mkb-winstvrijstelling
Als je jouw winst hebt en daar de bovenstaande ondernemersaftrek vanaf haalt, kom je op een bepaald bedrag uit. Van dat bedrag mag je 14 procent aftrekken. Geheel gratis en voor niets, omdat je ondernemer bent. Dit noemen we de mkb-winstvrijstelling. Een voorbeeld:
Je hebt 20.000 euro winst. Daar gaat ongeveer 9000 euro af aan ondernemersaftrek. Dan houd je 11.000 euro over. Daarvan mag je 14 procent aftrekken. Dan kom je op 9460 euro uit. Zo heb je de winst al gehalveerd met deze aftrekposten! Scheelt dat me even een partijtje belasting.
- Fiscale oudedagreserve
Je kunt ervoor kiezen om ieder jaar een bedrag opzij te zetten voor jouw pensioen. Dat kun je doen binnen lijfrente of op een speciale spaarrekening. Je mag het ook zelf op een rekening zetten. Je mag 9,44 procent aftrekken van de winst om opzij te zetten voor jouw pensioen, met een maximaal bedrag tot 9218 euro. Het zet in je pensioen misschien niet veel zoden aan de dijk, maar het is toch fijn als je over dit bedrag geen belasting hoeft te betalen. Er zit wel een grote ‘maar’ aan: zodra je dit bedrag int (voor je pensioen, of als je het eerder nodig hebt) moet je wél belasting betalen. Door het nu apart te zetten, ‘vertraag’ je als je ware het moment dat je belasting betaalt. Is dat erg? Nee. Het is misschien zelfs slim. Want momenteel gaat het basisbelastingtarief in stapjes omlaag, dus er is een grote kans dat dit over een aantal jaar lager is dan nu en dan betaal je door het uit te stellen uiteindelijk minder belasting. Ook als je nu veel winst hebt, zit je in een hoger belastingtarief dan wanneer je alleen pensioen hebt. Waarschijnlijk is het op de lange termijn voordeliger als je deze fiscale oudedagsreserve aftrekt, maar helemaal zeker weten doe je het niet.
- Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Iedere ondernemer moet soms investeren. De Belastingdienst ziet een bedrag van meer dan 450 euro als een investering. Bij deze kleinschaligheidsinvesteringsaftrek mag je investeringen aftrekken. Het gaat bij deze aftrekpost niet om een cursus of coaching, maar om een bedrijfsmiddel. Denk aan een laptop, dure printer of andere machine die je nodig hebt voor je bedrijf. Als je meer dan 2400 euro per jaar investeert, mag je 28 procent van je investeringen berekenen (tot een maximaal bedrag van 58.238 euro) en deze aftrekken van je winst. Het hoeft niet om één investering van 2400 euro te gaan, meerdere investeringen (van meer dan 450 euro per stuk) die samen tot dat bedrag komen tellen ook. Als je vooral online onderneemt heb je waarschijnlijk weinig aan deze aftrekpost, maar het is altijd goed om hem in je achterhoofd te houden als je wél een grote uitgave doet.
Ik heb nog een tip op het gebied van investeringen. Normaal gesproken mag je kosten voor een investering niet in één keer meenemen in de boekhouding. Je moet dat over meerdere jaren afschrijven, meestal vijf jaar. Maar er bestaat iets wat we ‘willekeurige afschrijving’ noemen. Als je minder dan vijf jaar ondernemer bent, mag je van deze regel gebruikmaken. Hiermee kun je het ene jaar wat meer afschrijven en het andere jaar wat minder. Dat is een leuke manier om winst omlaag te krijgen. Zo kun je een beetje spelen met de aangifte.
Bovenstaande tip is een van de redenen waarom ik zou investeren in een goede boekhouder. Zij kennen deze trucs en kunnen je helpen om je winst zo laag mogelijk te houden. Het kost wat, maar het kan zoveel meer opleveren. En áls je de aangifte hebt uitbesteed, verdiep je dan ook in de belastingen. De financiën zijn een belangrijk onderdeel van je bedrijf en daar wil je grip op hebben!
Wil je nog iets vragen over deze aftrekposten of heb je een andere vraag? Stuur een DM op Instagram of een mailtje naar elise@themoneyflowmanager.com. Ik help je graag!